Is het de zeggen of het zeggen? Het juiste lidwoord is:
aanzeggen | dankzeggen | herzeggen | medezeggenschap | medezeggenschapscommissie | medezeggenschapsorgaan | medezeggenschapsraad | medezeggenschapsrecht | medezeggenschapsregeling | medezeggenschapswetgeving | miszeggen | nazeggen | nietszeggendheid | omzeggen | ontzeggen | opzeggen | terugzeggen | toezeggen | verzeggen | voortzeggen | voorzeggen | waarzeggen | zeggenschap | zeggenschapsrechten | zeggenschapsverhouding | zeggenveen | medezeggenschapsaangelegenheid | medezeggenschapsbevoegdheid | medenzeggenschap | medemzeggenschap | medezeggenschapsregelement | zeggenschapsrecht | Afzeggen | Omzeggens | Zeggend | Aanzeggend | Afzeggend | Opzeggend | Toezeggend | Ontzeggend
opheldering | schakelaar | schooluniform | vismijn | betekenisgeving | papierendossier | engezingswoning | lichamshouding | herrining | tanker | codeïne | beignet | opbergzak | Nietsvermoedend | Rustigjes | Gefiltreerd | Doorvlocht | In- en intriest | Geglinsterd | Studentensteden | Controlegroepjes | Tijdeloost | Amerikaanse mammiappeltjes | Kraamhoudertje | Schrikwekkends | Piccolosaxofoontje | Zijltjes | Zondagspakje | Onontbeerlijkere | Scrupuleuzere | Angstschreeuwen | Plug in | Gehutseld | Stoomt uit | Stuiptrekkendste | Parelends | Aanhobbelend | Verzaadt | Piezelen | Strijkseltje