Is het de brug of het brug? Het juiste lidwoord is:
bruggeling | brugwachtershuisje | overbrugging | overbruggingsfinanciering | overbruggingshulp | overbruggingsklas | overbruggingsperiode | overbruggingstoelage | overbruggingsuitkering | brugman | brugoefening | brugtaal | brugwachterswoning | brugwerk | brugverbinding | brughoek | bruggen | bruggetje | brugje | bruggje | ezelbruggetje | ezelsbruggetje | brugdag | brugetje | ezzelbruggetje | bruggtje | ezsbruggetje | brugfunctie | overbruggingsregeling | brugerij | overbruggingsexperiment | brugleuning | overbrugde | brugzing | brugjbrugetje | ezelsbrugetje | kantbruggetje | waterstofbrug | overbruggingskrediet | wandelbrug
informatievergaring | ingebrand | showtime | speeltijd | thuisreis | varensman | disiplie | organosatie | patronymicum | themdag | official | gierstkoorts | ukkepukkie | Bedenkend | Devalueert | Terroristisch | Drieluiken | Abrikozenboompje | Opnoemt | Reginald | Begrotinkje | Bavaroistjes | Drijftilletjes | Johannussen | Lentemorgentje | Ovenistjes | Verwachtinkjes | Vrouwenwerkjes | Haakser | Prematuurders | Woordenboekingangetjes | Instroomt | Verduvelds | Duwen om | Dissiperen | Notulenboeken | Vlierbomen | Tweeënzestigs | Nahoudende | Koleirigste