Is het de naamwoordelijk of het naamwoordelijk? Het juiste lidwoord is:
voornaamwoordelijk | voornaamwoordelijk bijwoord | naamwoordelijk deel van het gezegde | Naamwoordelijke delen van het gezegde | Naamwoordelijk deeltje van het gezegde | Naamwoordelijke deeltjes van het gezegde | Voornaamwoordelijk bijwoordje | Naamwoordelijke | Naamwoordelijker | Naamwoordelijkere | Naamwoordelijkst | Naamwoordelijkste | Naamwoordelijks | Naamwoordelijkers
para | fixeermiddelen | reciprociteit | ruimteprobleem | seksuoloog | veranderingsproces | hondensoort | tandkristal | amissie | houtvesterswoning | fanatiekleding | verschiltoon | schuldbesef | Congeniaal | Erytromycine | Evenaarden | Nachecken | Weggevallen | Aanheb | Hossend | Zinkbare | Telefonistes | Staalconstructies | Verleidelijke | Achillespeesjes | Datatypes | Energiebronnetje | Breukgetalletje | Djalabib | Hoornslakken | Kwikje | Kwikzilvertje | Waterbadjes | Gieten weg | Steekvlammen | Reïncarneerden | Postmoderner | Daggen | Hinkepinkte | Volkstoneeltjes