Is het de lessen of het lessen? Het juiste lidwoord is:
flessen | flessenactie | flessenglas | flessengroen | flessenhals | flessenkind | flessenmand | flessenmelk | flessenpost | flessentrekkerij | flessenwater | huiswerklessen | koorlessenaar | lessenaar | lessenrooster | lessenserie | lessentabel | muzieklessenaar | privelessen | retourflessen | schrijflessenaar | yogalessen | flessenborstel | lessentaak | melkflessen | flessenvoeding | lessenplan | flessentrekker | flessenlikker | flessenverzamelaar | petflessenprobleem | Wijnflessen | Taallessen | Zanglessen | Veldflessen | Kooklessen | Flessentrekkers | Geschiedenislessen | Flessend | Lessenaars
geschoktheid | hoofdfunctie | maxima | proefexamen | teil | voice-over | zuurstoftent | hulplijst | ontwerptafel | bieb | benedenverdieping | ervvaring | ambtshandeling | buitenlanddekking | gemiddede | bewaarmide | beheerselement | fietsstoeletje | vaccantie | voetbalploeg | zeshonderdachtenveertig | Appreteuse | Harmonieus | Bulderde | Hoofdingangen | Bettina's | Eschatologen | Huien | Koffiegeuren | Zeemijltje | Antropologischere | Genetischer | Schranderste | Meelgerechtje | Omvaart | Voortduur | Weggespeelde | Honderdtweeënvijftigjarig | Kledingkraampje | Wasmotjes