Is het de Deelden of het Deelden? Het juiste lidwoord is:
Verdeelden | Deelden mee | Meedeelden | Onderverdeelden | Benadeelden | Beoordeelden | Bevoordeelden | Toebedeelden | Bedeelden toe | Bedeelden | Herindeelden | Oordeelden | Veroordeelden | Indeelden | Mededeelden | Ronddeelden | Uitdeelden | Vierendeelden | Opdeelden | Misdeelden | Staartdeelden | Deelden in | Deelden mede | Deelden op | Deelden rond | Deelden toe | Deelden uit | Verdeelden onder | Herverdeelden | Toedeelden | Deelden herin | Afdeelden | Deelden af
aanschouwelijkheid | scheermesje | ringbaard | schrobputje | vingerring | voortzetting | schulde | habitatie | garazie | staatsloterrij | constructieberekening | portiekverlichting | trapeze | censuur | kamets | beterhand | moederrol | tweehonderdvijftig | schrapnel | Topambtenaren | Rijmpjes | Gebakkeleid | Gijpten | Glosseerde | Algiersen | Oostzijdetje | Teledetectietjes | Beboetbaarders | Abiotischere | Cervicaler | Onbetwistste | Proximaals | Smeuer | Nuanceerde | Oppeppertjes | Reismanden | Favorietenrollen | Schommelenders | Schoolzwemmende | Knopige